zondag 29 maart 2015

Digue du Braek en de terminal Methanier

Op de grens tussen zee en water ligt de Digue du Braek. aan de ene kant de zee, aan de andere kant het havendok dat schepen kunnen bereiken via de Charles de Gaulle-sluis. De Charles de Gaulle sluis is de grootste van deze haven. In gebruik sinds 1972 biedt ze toegang aan schepen van 100 000 ton. 



Op onderstaand filmpje (gefilmd vanop de Digue du Braek) zie je een gastanker de haven uitvaren. De brug die zo elegant na het schip terug dichtgaat is de Charles de Gaulle-brug en is sinds een hele tijd defect (en het zou nog wel even kunnen duren). Om op de Digue du Break te komen moet je tegenwoordig met de auto omrijden via Grande-Synthe en Mardyck, via l'écluse des dunes, een omweg van een kleine 20 kilometer, maar die zeker de moeite loont. 


Digue du Braek - met de terminal Methanier op de achtergrond - foto van de website http://littoralenpartage.com/2015/03/15/le-long-de-la-digue-du-braek/ 

De drie tanks op deze foto zijn de tanks van de nieuwe 'Therminal Methanier de Loon-Plage' drie keer goed voor 190 000 kubieke meter van waaruit binnenkort aardgas uit Qatar zal ontvangen en verspreid worden.  Hier zullen binnenkort 200 'methaniers' per jaar aanmeren, het geheel zou in actie moeten kunnen treden op 15 november 2015. Deze werf, die in 2011 opgestart werd, is - wat betreft de geraamde kostprijs - de tweede van Frankrijk. 

Een van de leidingen van aardgas die aan deze tankers moet vertrekken gaat richting Maldegem (inderdaad in België). Op dit ogenblik zijn ze hier naast mijn deur bezig met enorme werken, Fluxys legt een nieuwe aardgasleiding aan die loopt van aan de Franse Grens (in de buurt van Oost-Cappel - Beveren Kalsijde - Hoge Seine) tot aan Maldegem. Hierlangs moet dus het gas vanuit Duinkerke op het Belgische net terecht komen. 
Hieronder de plannen van waar de leiding in België komt. 

Foto van de facebook-groep Beveren-IJzer
https://www.facebook.com/beveren.ijzer/



Jean Bart, le grand héro Français....

Volgende zondag (5 april 2015) kun je samen met Ludovik Manivelle door Duinkerke wandelen voor een eerste 'Vrij en in de Wolken'-tour om kennis te maken met de 'Monstres Sacrés de Dunkerque'. Voor wie Duinkerke nog niet (of amper) kent, de ideale manier om kennis te maken met een stad en zijn groot Verleden. Komt u ook? 
Lees er alles over op http://www.manivelle.eu/nl/vrijwolken.htm 
bijkomende info via ludovik@manivelle.eu 

De wandeling begint aan de voeten van het standbeeld van Jean Bart, le grand héro Français. De grote Fransman die zijn eigen huwelijksakte ondertekent met zijn Vlaamse naam: Jan Baert. De grote Fransman die de stiel leerde in dienst van de Hollanders. De grote Fransman die geboren is in de stad die twee jaar voor zijn geboorte nog Spaans was en twee jaar na zijn geboorte terug Spaans werd. De grote Fransman die op 25 juni 1658 als 8 jarig jongetje wakker wordt in een Spaanse stad, die tegen de middag aan tafel gaat in een Franse stad en tegen de avond gaat slapen in een Engelse stad, die tot zijn twaalfde Engels zal blijven. In 1662 koopt Louis XIV de stad en zijn omgeving terug van de Engelsen. Hij heeft grote plannen met de stad en zal er zijn grote Noordelijke militaire haven van maken. Hij vindt het wel vervelend dat er zo'n taaltje gesproken wordt en laat weten "Louis XIV, désirant qu’il se pourra faire parler à Dunkerque le même langage que dans les autres villes du royaume." Jan gaat in dienst als kaper bij de Franse koning en maakt een blitscarrière, hij vecht tegen de Engelsen en de Hollanders, tegen de Spanjaarden en tegen al wie te dichtbij komt. Kapers zijn huurlingen die verondersteld worden om de eigen schepen te beschermen en de schepen van de vijand (militaire maar ook (en vooral) handelsschepen). Ze worden betaald met de opbrengst van de buit. 
Tot zondag, tot we aan de voeten van Jan Baert mogen staan... en geloof me vrij, we komen niet tot aan zijn knieën! 



woensdag 25 maart 2015

Zuydcoote - Aflevering 7 - weekend à Zuydcoote ?

Maar echt legendarisch werd Zuydcoote pas in heel Frankrijk dankzij Robert Merle en Jean Paul Belmondo. 
Merle als jongeman

Robert Merle was een van die mannen die in mei-juni 1940 op de stranden van Zuydcoote en Duinkerke aanwezig was. Als licenciaat Engels werd hij ingezet als verbindingsofficier voor de Engelsen. Merle raakte niet op tijd weg uit de poche de Dunkerque en werd gevangen genomen door de oprukkende Duitsers. In 1943 werd hij vanuit Duitsland terug gebracht naar Frankrijk omwille van gezondheidsredenen. Hij wordt vanaf 1944 terug leraar Engels in Rouen en zal in de rest van zijn leven aan verschillende universiteiten les geven in het Engels. 
In 1949 publiceerde hij zijn boek 'Weekend à Zuydcoote'. Het boek vertelt het verhaal van een groep soldaten die in het sanatorium Zuydcoote aankomt en er wacht op het inschepen naar Engeland terwijl ze constant door Duitsers onder vuur worden genomen. Tijdens het wachten stellen de mannen elkaar vragen over het hoe en waarom van deze oorlog. 
Merle in zijn oude dag

Hij schrijft later nog een aantal andere romans, maar hij zal toch altijd bekend blijven als de man van 'Weekend à Zuydcoote'. Hij is in 2004 gestorven. 



In 1964 wordt het boek verfilmd op de stranden van Zuydcoote, met het sanatorium als decor, door Henri Verneuil. Merle wordt gevraagd om mee te schrijven aan het scenario. Frankrijk loopt storm voor de film waarin vooral Jean Paul Belmondo op treffende manier het personage van Merle, Julien Maillat, neerzet. En in die periode wordt het strand door toeristen overspoeld, iedereen wil ook een weekend in Zuydcoote verblijven. 




dinsdag 17 maart 2015

Zuydcoote - Aflevering 6 - Moet er nog oorlog (deel 2) zijn ?

Met deze zesde aflevering zijn we terecht gekomen in Zuydcoote in 1940, de tweede wereldoorlog dus en meer bepaald op de 26ste mei. 
situatie op 16 mei - De Duitsers zijn opgerukt tot aan de Leie
en trekken de lijn door tot aan de kust (Monding van de Somme)

Even ons geheugen opfrissen over die tweede wereldoorlog.  Op 10 mei valt het Duitse leger aan richting West, België en Frankrijk worden onder de voet gelopen. De Duitsers die in de eerste wereldoorlog een aantal lesjes hadden geleerd, zetten meteen in op de kanaalhavens. De havens van Le Havre, Boulogne, Calais en Duinkerke waren in de eerste wereldoorlog nooit in Duitse handen gevallen, daardoor kon Engeland blijven troepen en materieel aanvoeren. Deze fout willen ze 22 jaar later niet opnieuw maken. Op 16 mei zijn de Duitsers opgerukt tot aan de Leie. (zie kaartje). Op
Leopold III verklaart dat België
zich overgeeft (28 mei 1940) 
24 mei vallen Boulogne en Calais in Duitse handen. Op 28 mei begint de belegering van Rijsel. Stilaan wordt duidelijk dat de Engelse, Belgische en Franse troepen die zich bij de cote Opale en aan de Belgische kust bevinden ingesloten zijn langs alle kanten. Op 28 mei neemt Leopold III de beslissing die hem zal blijven achtervolgen voor de rest van zijn leven. Zonder de geallieerden te consulteren en zonder zijn regering te raadplegen, geeft hij zich over. België staakt de oorlog. 

Op de vooravond van 26 mei is dit de toestand. (zie kaartje) Op een smal stukje Frans-Vlaamse grond zitten een paar honderdduizend Franse en Engelse soldaten als ratten in de val. De Duitse troepen blijven oprukken, de grondtroepen krijgen de steun vanuit de lucht, de Luftwaffe bombardeert onophoudelijk. 
In een kelder van het Engelse Dovercastle zitten al op 20 mei de Engelse officieren onder leiding van vice admiraal Ramsay bijeen. We moeten handelen, klinkt hun besluit, we moeten onze troepen van de stranden evacueren. Op dit ogenblik is het nog een puur Britse actie, samenwerking met de Fransen is nog niet aan de orde. Omdat de beslissing in de zgn. dynamo-kamer (waar een dynamo = groep stond die elektriciteit moest leveren aan het hoofdkwartier als de electriciteit uitviel) werd genomen, kreeg de operatie de naam OPERATIE DYNAMO. Churchill wordt gebrieft, Vanaf 20 mei wordt het 'onnodige personeel' mondjesmaat weggehaald uit Frankrijk. Sommige troepen worden ingezet om de Duitse opmars zo lang mogelijk te vertragen, de rest van de troepen krijgt het bevel zich richting kust en Duinkerke te begeven. 
Op 26 mei 7 uur 's ochtends geeft Churchill het bevel om operatie dynamo te starten. zal gestart worden met de evacuatie. Op dat moment waren al 28 000 manschappen weggehaald. De eerste dag worden 7669 Engelsen opgehaald in de haven van Duinkerke. Elk hoekje en kantje van de haven, tot de voorste golfbrekers worden ingezet om schepen te laten aanmeren, maar het is meteen duidelijk dat de Britten er nooit zullen in slagen om al hun troepen te evacueren als ze aan dat tempo verder doen. Het is tijd om alles en iedereen en overal in te zetten. Elk schip dat beschikbaar is wordt ingezet, uiteraard de oorlogsschepen, maar ook vissersbootjes en toeristenbootjes. Op 28 mei kunnen zo al 17804 militairen opgehaald worden. Bijna 12000 nog altijd uit de haven van Duinkerke, maar ook al 5390 gewoon van op de stranden tussen De Panne en Duinkerke. 



Zo gaat het verder dag na dag. 31 mei is de topdag, 68014 militairen worden opgehaald op een dag tijd. 22942 daarvan doen dat vanop de stranden. De schepen komen zo dicht mogelijk bij de kust, de mannen moeten eerst een eind door het water waden om dan in kleine sloepjes te stappen om dan aan boord te kunnen gaan van het schip dat hen naar Engeland zal brengen. 

De evacuatie wordt verder gezet, voor de wiskundigen onder ons wat cijfers... 

  • start van de operatie 26 mei - einde 4 juni 
  • 338226 militairen – 215131 Britten – 123095 Fransen geëvacueerd
  • 861 schepen worden ingezet, het kleinste is een vissersbootje van 4 en een halve meter lang. 272 zullen niet terug in Engeland raken. Veel schepen doen verschillende overtochten in die periode. 
  • In een poging om de Duitse troepen te vertragen wordt hevig gevochten, ook op de stranden vallen doden. 68000 geallieerde doden in deze periode, 20 000 Duitse. 
  • 63000 vrachtwagens, 20000 motorfietsen, 475 tanks, 2400 stukken geschut blijven achter op de stranden.
  • Voor 35000 (vooral Franse) soldaten komt de evacuatie te laat, zij worden gevangen genomen.  
Schema van de evacuatie volgens de Engelse wikipedia 
Troepen geland in Engeland na evacuatie vanuit Duinkerke, 27 May to 4 June[37]
Datum van op de strandenuit de haven van Duinkerketotaal
27 May7,6697,669
28 May5,39011,87417,804
29 May
13,752
33,55847,310
30 May29,51224,31153,823
31 May22,94245,07268,014
1 June17,34847,08164,429
2 June6,69519,56126,256
3 June1,87024,87626,746
4 June62225,55326,175
Totals98,671239,555338,226

De hele actie wordt afgeblazen op 4 juni en besloten met een toespraak van Churchill waarin hij spreekt over 'the miracle of Dunkirk' en de belofte dat de Engelsen de Duitsers zullen aanvallen op de stranden 'We shall fight them on the beaches'. De hele evacuatie krijgt in verschillende landen verschillende namen, de Fransen spreken van de Poche de Dunkerque, de Engelsen spreken over de 'Dunkirk Retreat' of 'Dunkirk Miracle'. 
Tussen 10 en 13 juni worden dan nog 11000 mannen geëvacueerd vanuit Le Havre, later volgt ook nog de evacuatie van St Valery en Caux, Cherbourg en Malo. 
Op 22 juni geeft Frankrijk zich over. Het lijkt even alsof Hitler de oorlog heeft gewonnen. Het zal duren tot de grote dag (D-Day - 6 juni 1944) voor de Engelsen, met hulp van de Franse weerstand en de Amerikanen terugslaan. 

zondag 15 maart 2015

Zuydcoote - Aflevering 5 - Moet er nog oorlog zijn?

Militairen profiteren van een paar dagen verlof om op het strand van Zuydcoote te gaan zwemmen.
Bemerk in zee het Britse oorlogsschip.
Op de achterkant van dit kaartje schrijft Eugene Bernard op 30 mei 1918 naar zijn zoon Robert.

My dear little Robert,
I send you a card sent from the place where we are passing by and have a bath. But I’d prefer going with you in the woods. It’d be better but I think we’ll have to wait a lot because the leaves will be on hold again. Kiss your mum for me, I’ll write to her tomorrow. And for you a kiss from your little daddy who always think about you
Vier jaar na het openen van het sanatorium Van Cauwenberghe in Zuydcoote breekt de Eerste Wereldoorlog uit en na een paar maanden bewegingsoorlog loopt het westelijke front vast aan de IJzer (oktober 1914). 
In die tijd liep er nog een spoorlijn van Diksmuide via Veurne en De Panne over de grens en dan richting Duinkerke. Na oktober 1914 is dit de enige spoorlijn in België die nog enigszins kan gebruikt worden. In de eerste weken van de oorlog is de chaos op de spoorlijn enorm. De militairen willen zoveel mogelijk troepen, materieel richting Diksmuide krijgen, de hulpverleners willen zoveel mogelijk gewonden in veiligheid brengen in hospitalen. 
12 oktober 1914 - In het station van Ghyvelde/BrayDunes net over de Franse grens is het chaos. De Fransen geven voorrang aan de Franse treinen, vooral de bevoorrading van de troepen van Ronarc’h in Diksmuide mogen niet stilvallen. Belgische treinen met munitie en levensmiddelen, maar ook met gewonde soldaten blijven urenlang aanschuiven in Ghyvelde. De voorraden van het leger moeten verder teruggebracht worden, in Oostende zijn ze niet meer veilig, het moet allemaal verhuizen richting Duinkerke of Calais. Munitie en levensmiddelen vullen twaalf treinen die vast komen te zitten tussen Adinkerke en Ghyvelde. Bovendien staan 7000 zwaargewonde soldaten urenlang te wachten tot ze naar de hospitalen in Frankrijk kunnen worden gebracht. Er staan aan de grens een vijftigtal Belgische treinen te wachten om doorgelaten te worden. Op hetzelfde ogenblik vallen de eerste granaten op Kaaskerke. Als de treinen niet op tijd vertrokken zijn, kan alles in handen vallen van de oprukkende Duitse troepen. De Belgen proberen langere treinen in te zetten, maar de Fransen sturen deze treinen terug waardoor ook in Veurne het station volloopt.
Zuydcoote ligt op 25 km van Nieuwpoort, op 35 van Diksmuide. Het Hopital Maritime - toen nog Sanatorium van Zuydcoote ligt langs deze spoorlijn en komt meteen in beeld als de eerste gewonden vallen aan oevers van de IJzer. De kinderen van het sanatorium worden weggebracht en gewonde Franse en ook Duitse soldaten komen in de plaats. 
In 1917 neemt het Engelse leger de sector Nieuwpoort over. Er zijn plannen om een doorbraak te forceren vanuit Ieper, via Zonnebeke en Passendale richting Oostende en Zeebrugge (belangrijke aanvoerhavens van de Duitsers) en tegelijk zou er een doorbraak moeten komen met steun van de militairen op zee in de sector Nieuwpoort. De Engelsen vormen in juli 1917 één deel van het sanatorium om tot Casualty Clearing Station number 36 en van september 1917 tot november 1917 eisen ze ook het andere deel van het gebouw op (Casualty Clearing Station n°34). De hele doorbraakactie in de buurt van Passendale loopt vast in de modder, in Nieuwpoort beweegt uiteindelijk ook niet veel. 

De Engelse nurse Juliet Mansel werkte een hele tijd in het sanatorium zowel onder het Franse Rode Kruis als in dienst van de Engelsen. Haar oorlogsinspanningen en die van haar zus Marcia worden tot op vandaag herdacht door hun achterneef, de lord van het Smedmore House (Dorset - Engeland), die een war-room in het te bezoeken kasteel heeft ingericht met het materiaal en de brieven van zijn tantes. 
Juliet in actie in Zuydcoote tijdens wereldoorlog 1. 

Mansel hier rechts op de foto tussen de patiënten. 

Vandaag kunnen we in Zuydcoote gaan kijken naar de militaire begraafplaats waar 1174 Franse graven uit wereldoorlog 1 zijn, er zijn ook nog 327 Britten begraven, 201 Duitsers en één Rus en één Belg. 
Duitse deel van de Wereldoorlog 1 begraafplaats
Foto Forum Eerste Wereldoorlog

Franse deel van begraafplaats Eerste Wereldoorlog
Foto Forum Eerste Wereldoorlog

Tussen alle witte Britse headstones valt de grijze grafsteen van de ene Belg meteen op.
Foto website GWGC - 


De ene belg dit tussen al die Britten ligt te rusten is Philemon van den Steen geboren te Mortsel op 27 juni 1884, maakte deel uit van de Sapeurs - Pontonniers die in Nieuwpoort belast met het bewaken en onderhouden van de sluizen. Hij werd gewond in Nieuwpoort op 21 oktober 1917, overgebracht naar het hospitaal van Zuydcoote en daar dezelfde dag nog overleden in het Britse hospitaal. Opdat niemand er aan zou twijfelen staat op zijn grafsteen duidelijk te lezen dat hij stierf voor België. 

Na de eerste wereldoorlog kan het sanatorium opnieuw zijn oude taak opnemen, maar niet voor lang. De tweede wereldoorlog is nabij en ook hier zal het sanatorium van Zuydcoote een sleutelrol spelen. 
Maar dat is voor een volgende aflevering van de Zuydcoote saga... 

Zuydcoote - Aflevering 4 - Moet er nog een sanatorium zijn?


De eerste sporen van verzorging van zieken in Zuydcoote en omgeving vinden we al in de jaren 1300. Maar het is Georges Vancauwenberghe die het sanatorium zoals het nu nog altijd bestaat voor het eerste op de kaart zet. 
Vancauwenberghe, ingenieur en fabrieksbaas gebruikt zijn fortuin om een sanatorium te bouwen voor een aantal vreselijke aandoeningen die eind 1800 grote groepen van (vooral de armste) kinderen en jongeren teisteren. 
Rachitis-patientjes
De eerste ziekte die in deze regio veel voorkwam is Rachitis . Als kinderen in hun prilste jeugd te weinig vitamine D hebben, groeien hun beenderen niet aan hetzelfde tempo als de rest van hun lichaam. Daardoor treden allerlei misvormingen op vooral aan de onderste ledematen. Vitamine D halen wij uit zonlicht, kinderen die te weinig in de zon konden spelen, hadden er last van. De ziekte kwam dan ook veel voor in de Engelse industriesteden, vandaar de bijnaam 'de Engelse ziekte'. Maar ook in de rest van Europa was ze alomtegenwoordig, in 1917 zou 90% van de Weense kinderen een of andere vorm van Rachitis hebben gehad. 
Plaaster-zaal van het sanatorium. 
Een extra dosis vitamine D voor de patiëntjes in het ochtendzonnetje. 


Scrofulose patient - foto Wikipedia
De tweede groep kinderen die Van Cauwenberghe een onderdak wou geven waren de kinderen die leden aan scrofulose. Deze ziekte is vaak een bijverschijnsel van turberculose en wordt veroorzaakt door het drinken van besmette melk. Bij scrofulose zijn de lymfeklieren in de hals ontstoken. Deze ontsteking kan zo erg woekeren dat die doorzweert aan de buitenkant van de huid. De ziekte was niet meteen een schoon zicht. 
Scrofulose wordt ook wel koningszeer genoemd. Volgens middeleeuwse praktijken kon de ziekte enkel genezen worden door handoplegging door een nakomeling van de Merovingische koning Childebert I die zijn gave kreeg van de Heilige Marcoen. In de praktijk kwam het er op neer dat handoplegging door een Franse koning en bij uitbreiding door een koning zorgde voor genezing. Lodewijk XV was de laatste koning in Frankrijk die het deed en ook van Karel II van Engeland (jaren 1600) is geweten dat hij patiënten genas.





Als burgemeester van Saint Pol bouwt hij een eerste sanatorium (1888) in zijn eigen gemeente, goed voor 350 ziektebedden. De haven van Duinkerke kent in die periode een grote groei en het sanatorium wordt al gauw te klein. Daarom wordt besloten tot de bouw van een nieuw en groter ziekenhuis in Zuydcoote. Er wordt een Nationale Loterij ingericht om de boel te helpen financieren en op 1 augustus 1910 wordt het nieuwe sanatorium - goed voor 4000 bedden - in gebruik genomen. 
Deze foto's uit 1914 (net voor de oorlog) tonen hoe het er allemaal uitzag. Het gold in die tijd als een hypermodern Sanatorium. Foto's van het Sanatorium zoals het was net voor de oorlog in 1914


De hypermoderne wasserette 


Niet ver van het sanatorium was ook een treinhalte voorzien op de spoorlijn Adinkerke Duinkerke. Zoals op de foto hieronder zal het er uit bij de inhuldiging 1910. 


Maar vier jaar later gaat het er hier op deze plek helemaal anders aan toe, maar dat is voor een volgende aflevering in de Zuydcoote-soap. 



dinsdag 10 maart 2015

een tussendoortje van aan de brede duinen van Bray-Dunes


de duinen van Bray-Dunes - foto van facebook groep Bray Dunes Actu Web

Ik heb altijd gedacht dat de naam Bray-Dunes afgeleid was van de brede duinen die overal rond het dorp te vinden zijn, maar dat klopt niet. Op de website van de gemeente (www.bray-dunes.fr) lees ik dat ene Alphonse Bray, een Duinkerkse reder,  een 'maison de refuge pour les vieux marins de commerce' wilde oprichten, een bejaardentehuis voor zeemannen van de langen omvaart dus. Hij wilde dat in zijn eigen stad Duinkerke doen, maar het gemeentebestuur ligt dwars. Vier jaar na het indienen van het voorstel wijst Duinkerke het voorstel af. (1869) 

Het Hospice de Bray-Dunes
Daarop koopt Bray een stuk duinen tussen het dorpje Ghyvelde en de zee waar de oude zeebonken met zicht op zee hun laatste dagen kunnen slijten. Het hospice wordt daar gebouwd, maar Bray bouwt meteen ook een kerk en een schooltje. In 1875 schenkt hij de gebouwen aan de gemeente Ghyvelde. 

Net zoals Malo les Bains dus opgericht werd door reder Malo, werd Bray-Dunes dus opgericht door reder Bray. 



Vanaf 1883 wordt Bray-Dunes een onafhankelijke gemeente en meteen de meeste Noordelijk gelegen gemeente van Frankrijk. De spoorweg vanuit België en vanuit Duinkerke zorgt ervoor dat het dorp makkelijk bereikbaar is en een heerlijke plek wordt waar mensen komen pootjebaden. 
Gare de Ghyvelde 
 En uiteraard is de grens niet ver en als de grens niet ver is, kan ik de Picon al ruiken! 




vrijdag 6 maart 2015

Zuydcoote - Aflevering 3 - Moet er nog ZAND zijn?

Allerheiligenvloed 1570
foto www.marnegebied.nl 
De tijd van het zout-winnen onder de Romeinen was wat betreft het klimaat en het weer een heerlijke rustige tijd. De zee hield zich gedurende eeuwen gedeisd. Maar dat bleef niet zo. Vanaf de middeleeuwen laat de zee, de wind en het zand meer dan een keer gelden. Dorpjes als Zuydcoote krijgen het zwaar. Stormvloed is een situatie waarbij hoogtij gepaard gaat met een storm die vanuit het zeegat waait. Bij dergelijke stormen werden hele duinengordels verlegd, de zee maakte nieuwe inhammen in het land, hele rivieren verlegden hun loop.
De eerste grote stormvloed aan de Noordzeekust die beschreven wordt is die van tweede kerst 838. Bisschop Prudentius van Troyes schrijft erover in zijn annalen (Annales Xantenses). Bij de stormvloed van 1134 (4 oktober) sloeg de zee een bres van aan het Zwin tot in Damme. Een aantal van deze stormen hebben een afspraak met Allerheiligen. Zowel in 1170, als in 1532, in 1570 en 1675 maar ook recent in 2006 daverde de hele kust tijdens de nacht van Allerheiligen. In 1270, bij de Sint-Luciavloed (nacht van 13 op 14 december) is er sprake van 50 000 tot 80 000
1953 - Zeeland 
doden. Na de stormvloed van 1322 gaf Jan zonder Vrees het bevel om alle bestaande dijken van Vlaanderen te verbinden door een aaneensluitende dijk van Duinkerke tot Sas van Gent. Deze wordt tot op vandaag op sommige plaatsen nog de Graaf Jansdijk genoemd.
Wereldberoemd in de lage landen is uiteraard de watersnood van 1953. We hebben allemaal 'Oosterschelde windkracht 10' gelezen. Het was deze ramp die de Hollanders ertoe aanzette om het hele Deltaplan op te starten.


Terug naar Zuydcoote nu. In de middeleeuwen lag Zuydcoote aan een rivier die de laaggelegen delen van de Moeren verbond met de zee. Rond 1200 verzandt deze rivier waardoor er duinen kwamen te liggen tussen de Moeren en de zee. In 1402 beukt de zee op het dorpje, in 1570 nog een tweede keer. In 1602 is het een ander element dat Zuydcoote van de kaart veegt, het hele dorp staat in brand.
Op ouderjaarsavond 1776 spreken zee, vloed en wind af om met zijn drieën en feestje te bouwen. Als de storm op nieuwjaarsdag 1777 gaat liggen steekt enkel de kerktoren van Zuydcoote boven de nieuwe duinen uit, al de rest is onder het zand bedolven. De toren wordt in 1779 terug uitgegraven. Vier jaar later wordt wat rest van de toren verhoogd zodat het kan dienen als baken voor de vissers en schepen op zee. Zo staat de toren jaren fier als laatste baken van het oude Zuydcoote tot de tweede wereldoorlog de toren en de hele streek gelijk maakt met de grond. Maar die tweede wereldoorlog dat is een ander verhaal waarin Zuydcoote een rol speelt. Meer daarover in een volgende aflevering.




Zuydcoote - Aflevering 2 - Moet er nog ZOUT zijn?

Zoutpannen
Foto Noordhoff Uitgevers 
De zee zit uiteraard vol zout, maar dat betekent nog niet dat het op de stranden van het ZOUT-KOT zomaar voor het rapen ligt. Er waren heel wat bewerkingen nodig om uiteindelijk dat snuifje zout op je patatten te verdienen. Onderzoek heeft uitgewezen dat al van 700 voor Christus in de lage landen aan zoutwinning gedaan werd op verschillende manieren. 
De simpelste manier om aan zee zout uit het water te halen, is het gebruiken van zoutpannen. Je graaft een stukje duin uit, je laat er water inlopen bij vloed en doet de panne terug dicht bij eb met een dijk of een muurtje. Het water dat er blijft stil staan, verdampt langzaam. Wat blijft liggen, is zout. Maar om zoutpannen te gebruiken heb je veel zon nodig en die vonden de Romeinen wel aan hun eigen stranden, maar zeker niet in Zuydcoote. 
Een andere techniek was die van de moernering of de selnering. Hierbij is de basis van de zoutwinning het turf. Turf is wat onder de grond rest van een oud moeras (=veen), als dat moeras regelmatig overspoeld werd door zeewater bevat de turf ook veel zout. Turf moet je branden, na het branden blijft as over. De assen worden aangelengd met water. Dit mengsel stop je opnieuw de oven in en dan wacht je tot al het water verdampt is en heb je het zout op je patatjes verdiend. Het is een techniek die vooral in Nederland vaak gebruikt werd. In steden als Zierikzee en Dordrecht haalden in de vroege middeleeuwen heel wat van hun rijkdom uit deze moernering en het werd daar dan ook zeer intensief gedaan. Maar door al dat 'darinkdelven' (=Hollandse term voor het uitgraven van turf) maak je uiteraard putten, al van in de 12de eeuw komen er problemen met het ontwateren van deze gebieden en ontstaan overal poeltjes met stilstaand, stinkend water. 
Darinkdelven in de buurt van Zierikzee (omstreeks 1500)
illustratie uit 'Vaderlandsche Historie' uit 1745 geschreven door Wagenaar  

In 1421 slaat de Sint-Elisabethsvloed toe, een van die grote stormen uit de geschiedenis. Het darinkdelven zorgt voor water aan de achterzijde van de dijken, waardoor de dijken verzwakken en uiteindelijk breken. In 1515 wordt selnering in Zeeland verboden. 

inkijk in een briquetage-oven
In Zuydcoote was ook selnering geen optie. De romeinen gebruikten hier de techniek van de briquetage die ze van de plaatselijke bevolking hebben geleerd. Vanaf de IJzertijd is er sprake van de zoutwinning via deze techniek. Men maakt potten in klei. Die potten zien er soms uit als bekers, soms als langwerpige goten, soms als kommen. Die worden vastgezet in een oventje. Zo'n oventje was een vuurplaats. Vervolgens nam je zeewater dat al een tijdje lag te verdampen. De briquetage diende vooral om het laatste vocht uit de zoutklompen te krijgen. Daarna werd de oven in gang gestoken, de klei gaat bakken zoals in een gewone keramiekoven, het water verdampt en na het afkoelen blijft in de oven een stenen pot achter met daarin een zoutklomp. De pot wordt aan diggelen geklopt en wat rest is een zoutklomp die kan gebruikt worden. 
illustratie http://echel.pagesperso-orange.fr/essai_presentation/histoire_du_sel.html
Aan onze kusten zijn op veel plaatsen dergelijke briquetage-plaatsen teruggevonden. Archeologen stoten op hele hopen potscherven en de oventjes. Sommige dateren uit de IJzertijd, andere uit de Romeinse tijd. (zie kaartje hieronder voor de Belgische kust). Ook Zuydcoote was zo'n vindplaats uit de Romeinse Tijd. De zoutklompen van Zuydcoote en omgeving waren bedoeld voor de mannen gelegerd in Cassel. Er liep een weg van Cassel tot Zuydcoote waarlangs het zout werd vervoerd. 
bron: http://www.jvdn.nl/Downloads/WG/1996/TWG1996_048-059.pdf
  
In de omgeving van Middelkerke werden nog recent (bij het aanleggen van de E40) een aantal Romeinse zoutoventjes opgegraven. 
Foto http://www.routeyou.com/ 

donderdag 5 maart 2015

Zuydcoote - Aflevering 1 - Het Zoutkot


Men kan zich afvragen hoe een dorpje uit de Westhoek, gelegen aan de Noordzeekust, bijna het meest noordelijke dorpje van heel Frankrijk en in een oostelijke uithoek van dat land, aan een naam als ZUYDCOOTE komt. De verklaring is simpel, de zuyd in de naam heeft niets te maken met zuid maar alles met zout. (als je 'zuid' en 'zout' uitspreekt in het plaatselijke dialect dan liggen de twee heel dicht bij elkaar). Het dorp is dus genoemd naar het Zoutkot. Er is zekerheid over zoutwinning in deze streek vanaf de tijd van de Romeinen. Vanuit hun vesting in Cassel reden ze naar de kust waar het kostbaarste mineraal van hun tijd voor het grijpen lag.

Zout was immens belangrijk voor onze voorouders, niet alleen als smaakstof, maar vooral als bewaarmiddel. In hun tijd was er nog geen frigo of diepvries dus waren er andere manieren nodig om groenten, vis en vlees te bewaren. En om ons helemaal op te warmen, gaan we even bij de Hollanders langs om een filmpje over zout te raadplegen. Klik hier om het filmpje te zien 

Men kan zich trouwens afvragen of het wel de moeite is om aan een dorp zoals Zuydcoote veel aandacht te besteden. Wie er ooit voorbij gereden is, is er vast niet gestopt. Op het eerste zicht is Zuydcoote er één zoals zo veel in een dozijn. Laat me u in een paar afleveringen proberen om het tegendeel te bewijzen.